Gedichten W.H. Auden (Vertaling Marko Fondse, W. Hogendoorn en Peter Verstegen), De Tweede Ronde. Jaargang 3 - DBNL (2024)

[pagina 122]

[p. 122]

Vertaalde poëzie

[pagina 123]

[p. 123]

GedichtenGa naar voetnoot*
W.H. Auden
(Vertaling Marko Fondse, W. Hogendoorn en Peter Verstegen)

Schoolkinderen

Elke vorm van gevangenschap hier, de cellen zijn net zo echt,

maar zij lijken niets op gevangenen die wij kennen,

die woedend zijn of verkommeren of met grappen berusten

of de hele boel de wereld uit wensen.

Want zij protesteren zo weinig, zo bijna tevreden

met het stomme spel van honden, met likken en rennen;

zo sterk zijn de tralies van liefde, hun samenzweren

is zwak als dronkemanseden.

Hun vreemdheid maakt het zelfs moeilijk om naar ze te kijken:

de veroordeelden zien alleen de bedrieglijke engelen

van een visioen, zo moeiteloos komt hun glimlach;

het beest van de roeping is bang.

Maar zie ze in 't licht van ons tijdsbesef, onze maat,

hun bijna geslachtsloze, enigszins lompe volmaaktheid;

want ze hebben een sexe, de stukke veter is echt stuk:

onwaar de droom van de professor.

Maar de tirannie is zo simpel. Een ongepast woord

op een fontein gekalkt, is dat al hun rebelsheid?

Een storm van tranen in een hoekje vergoten, is dat

van een nieuw leven het zaad?

Schoolchildren

Here are all the captivities, the cells are as real,

but these are unlike the prisoners we know,

who are outraged or pining or wittily resigned

or just wish all away.

For these dissent so little, so nearly content

with the dumb play of dogs, with licking and rushing;

the bars of love are so strong, their conspiracies

weak like the vows of drunkards.

Indeed, their strangeness is difficult to watch:

the condemned see only the fallacious angels of a vision,

so little effort lies behind their smiling,

the beast of vocation is afraid.

But watch them, set against our size and timing

their almost neuter, their slightly awkward perfection;

for the sex is there, the broken bootlace is broken:

the professor's dream is not true.

Yet the tyranny is so easy. An improper word

scribbled upon a fountain, is that all the rebellion?

A storm of tears wept in a corner, are these

the seeds of a new life?

May 1937

[pagina 124]

[p. 124]

Die avond dat ik de stad inliep

Die avond dat ik de stad inliep

Voor een ommetje uitgegaan,

Waren de mensendrommen

Velden oogstrijp graan.

En nabij de rivier die hoog stond,

Onder een boog van het spoor

Hoorde ik een minnaar zingen:

‘De Liefde zal altijd doorgaan.

Ik houd van je, lief, en dat zal ik tot

De rivier over bergen springt,

Tot Afrika ligt naast China

En de zalm in de straten zingt:

Dat zal ik totdat de diepzee

Aan de waslijn hangt en droogt,

En het zevengesternte overvliegt,

Gakkend als ganzen omhoog.

Laat de jaren maar rennen als hazen,

Want de Bloem aller Tijden heb ik in

Mijn armen gesloten, de eerste

Liefde sinds werelds begin.’

Maar alle klokken in het centrum

Sloegen toen gonzend aan:

‘O hoed je voor Tijd de bedrieger

Want Hem kan geen verslaan.

In de Nachtmerrie met haar krochten

Waar naakt de Gerechtigheid gaat,

Kucht waaks de Tijd uit de schaduw

Als jij voor de kus klaar staat.

As I Walked Out One Evening

As I walked out one evening.

Walking down Bristol Street,

The crowds upon the pavement

Were fields of harvest wheat.

And down by the brimming river

I heard a lover sing

Under an arch of the railway:

Love has no ending

I'll love you, dear, I'll love you

Till China and Africa meet,

And the river jumps over the mountain

And the salmon sing in the street.

I'll love you till the ocean

Is folded and hung up to dry

And the seven stars go squawking

Like geese about the sky.

The years shall run like rabbits.

For in my arms I hold

The Flower of the Ages,

And the first love of the world.

But all the clocks in the city

Began to whirr and chime:

‘O let not Time deceive you,

You cannot conquer Time.

‘In the burrows of the Nightmare

Where Justice naked is.

Time watches from the shadow

And coughs when you would kiss.

[pagina 125]

[p. 125]

[Nederlands]

In tobberijen en koppijn

Versijpelt het leven, vaag,

En Tijd komt aan zijn trekken,

't Zij morgen of vandaag.

Bar is de sneeuw die zo menig

Bloesem*nd dal overtoog;

En Tijd breekt het snoer van dansen

En de duiker zijn heerlijke boog.

O dompel diep je handen

In 't water bij de kraan;

Staar in de wasbak, stilstaand

Bij wat je is ontgaan.

De gletscher kraakt in de hangkast,

De woestijn zucht in 't ledikant

En de barst in de theekop opent

Een laantje naar dodenland.

Waar bedelvolk loot om papiergeld

En Hans door de Heks wordt verleid,

De Kleine Lord een Rabauw is

En Grietje de benen spreidt.

O kijk, kijk in de spiegel,

Kijk in je zorg en pijn;

Leven blijft een zegen

Al kun jij het niet zijn.

O ga dan staan aan het venster

Als de hete traan je benart;

Gij zult uw kromme naaste beminnen

Al met uw kromme hart.’

Laat was het, laat in de avond,

Gegaan was het liefdespaar;

De klokken hadden hun luiden gestaakt en

De diepe stroom vloeide maar.

[Engels]

‘In headaches and in worry

Vaguely life leaks away,

And Time will have his fancy

To-morrow or to-day.

‘Into many a green valley

Drifts the appalling snow;

Time breaks the threaded dances

And the diver's brilliant bow.

‘O plunge your hands in water.

Plunge them in up to the wrist;

Stare, stare in the basin

And wonder what you've missed.

The glacier knocks in the cupboard.

The desert sighs in the bed.

And the crack in the tea-cup opens

A lane to the land of the dead.

‘Where the beggars raffle the banknotes

And the Giant is enchanting to Jack,

And the Lily-white Boy is a Roarer,

And Jill goes down on her back.

‘O look, look in the mirror,

O look in your distress;

Life remains a blessing

Although you cannot bless.

‘O stand, stand at the window

As the tears scald and start;

You shall love your crooked neighbour

With your crooked heart.’

It was late, late in the evening,

The lovers they were gone;

The clocks had ceased their chiming.

And the deep river ran on.

November 1937

[pagina 126]

[p. 126]

Musée des Beaux Arts

Het lijden wisten zij perfect te plaatsen,

De Oude Meesters; zij begrepen zo goed

Waar het bij ons thuis hoort; hoe het gebeurt

Terwijl een ander eet, een venster open zet of rustig een ommetje doet;

Hoe, als de bejaarden vol eerbied en hartstocht te wachten staan

Op de wonderbare geboorte, er almaar

Kinderen, die het verder tamelijk koud liet, moeten schaatsen

Op een vijver aan de boszoom:

Nooit vergaten zij

Dat zelfs de gruwelijke marteling haar gang moet gaan

Ergens in een hoek, een morsige negorij

Waar de honden blijven doen wat des honds is en het paard van de folteraar

Zijn onschuldig achterste schurkt aan een boom.

In Breughels Icarus bij voorbeeld: alles keert het ongeval

Op zijn dooie gemak de rug toe; de ploeger zal

De plons, de verlaten kreet hebben gehoord,

Maar voor hem had dat falen geen belang; de zon volgde haar stiel,

Zij scheen op de witte benen die verdwenen in het groen

Water; en het dure tere schip dat een vreemd visioen

Gehad moet hebben, een jongen die uit de lucht viel,

Had ook zijn bestemming en zeilde kalm voort.

Musée des Beaux Arts

About suffering they were never wrong,

The Old Masters: how well they understood

Its human position: how it takes place

While someone else is eating or opening a window or just walking

dully along;

How, when the aged are reverently, passionately waiting

For the miraculoue birth, there always must be

Children who did not specially want it to happen, skating

On a pond at the edge of the wood:

They never forgot

That even the dreadful martyrdom must run its course

Anyhow in a corner, some untidy spot

Where the dogs go on with their doggy life and the torturer's horse

Scratches its innocent behind on a tree.

In Breughel's Icarus, for instance: how everything turns away

Quite leisurely from the disaster; the ploughman may

Have heard the splash, the forsaken cry,

But for him it was not an important failure; the sun shone

As it had to on the white legs disappearing into the green

Water; and the expensive delicate ship that must have seen

Something amazing, a boy falling out of the sky,

Had somewhere to get to and sailed calmly on.

December 1938

[pagina 127]

[p. 127]

In Memoriam W.B. Yeats
(† jan. 1939)

I

Hij is verdwenen in het holst van de winter:

De beken waren bevroren, de luchthavens welhaast verlaten,

En de standbeelden van de stad waren door sneeuw mismaakt;

In de mond van de stervende dag zakte het kwik.

Het werd door alle meetinstrumenten bevestigd:

De dag van zijn dood was een koude donkere dag.

Ver van zijn ziekte

Renden de wolven voort door de wouden van naaldhout,

Werd de boerse rivier niet bekoord door beschaafde kaden;

Rouwende tongen

Hielden de dood van de dichter voor zijn gedichten verborgen.

Maar voor hem was die middag de laatste dat hij zichzelf was,

Een middag van verpleegsters en van geruchten;

De provincies van zijn lichaam kwamen in opstand,

Leeg waren de pleinen van zijn geest,

De voorsteden in bezit genomen door stilte,

De stroom van zijn gevoel viel uit; hij werd zijn bewonderaars.

Nu is hij over een honderdtal steden verstrooid

En totaal uitgeleverd aan hem vreemde affecties,

En te worden gestraft naar uitheemse gewetenscode.

De woorden van een dode

Wijzigen zich in het binnenste van wie leeft.

In Memory of W.B. Yeats
(d Jan. 1939)

I

He disappeared in the dead of winter.

The brooks were frozen. the airports almost deserted,

And snow disfigured the public statues;

The mercury sank in the mouth of the dying day.

What instruments we have agree

The day of his death was a dark cold day.

Far from his illness

The wolves ran on through the evergreen forests,

The peasant river was untempted by the fashionable quays;

By mourning tongues

The death of the poet was kept from his poems.

But for him it was his last afternoon as himself,

An afternoon of nurses and rumours;

The provinces of his body revolted.

The squares of his mind were empty.

Silence invaded the suburbs,

The current of his feeling failed: he became his admirers.

Now he is scattered among a hundred cities

And wholly given over to unfamiliar affections,

To find his happiness in another kind of wood

And be punished under a foreign code of conscience.

The words of a dead man

Are modified in the guts of the living.

[pagina 128]

[p. 128]

[Nederlands]

Maar in de gewichtigheid en het lawaai van morgen

Als de makelaars brullen als beesten in de grote zaal van de Bourse,

En de armen het lijden verduren waaraan ze aardig gewend zijn,

En elk in de cel van zichzelf bijna zeker is van zijn vrijheid,

Zullen een paar duizend mensen denken aan deze dag

Als aan een dag waarop je iets enigszins vreemds deed.

Het werd door alle meetinstrumenten bevestigd:

De dag van zijn dood was een koude donkere dag.

[Engels]

But in the importance of noise of to-morrowGa naar voetnoot*

When the brokers are roaring like beasts on the floor of the Bourse.

And the poor have the sufferings to which they are fairly accustomed.

And each in the cell of himself is almost convinced of his freedom.

A few thousand will think of this day

As one thinks of a day when one did something slightly unusual.

What instruments we have agree

The day of his death was a dark cold day.

II

Jij was even dwaas als wij; je gave doorstond het al:

De parochie van rijke vrouwen, fysiek verval,

Jezelf. Waanzinnig Ierland kwetste je tot gedichten.

Nu heeft Ierland nog altijd zijn waanzin en zijn weer,

Want poëzie laat niets gebeuren: ze weet te doorstaan

In het dal van haar schepping waar directeuren zich

Met niets bemoeien, stroomt naar het zuiden door

Vanuit boerenhoeven van isolement en het drukke verdriet,

Rauwe steden waarin wij geloven en sterven; weet te doorstaan,

Een wijze van gebeuren, een spraakorgaan.

II

You were silly like us; your gift survived it all:

The parish of rich women, physical decay,

Yourself. Mad Ireland hurt you into poetry.

Now Ireland has her madness and her weather still,

For poetry makes nothing happen: it survives

In the valley of its making where executives

Would never want to tamper, flows on south

From ranches of isolation and the busy griefs.

Raw towns that we believe and die in; it survives,

A way of happening, a mouth.

1939

[pagina 129]

[p. 129]

In Memoriam Sigmund Freud
(† sept. 1939)

Nu er zo velen zijn om wie moet worden gerouwd,

nu het verdriet zo publiek is, en aan de kritiek

van een heel tijdperk de onmacht, de zwakheid

van onze pijn, ons geweten is blootgesteld,

over wie spreken wij dan? Want elke dag sterven

zij om ons heen, degenen die iets voor ons deden,

die wisten: het zal nooit genoeg zijn, maar die

door te leven er iets aan probeerden te doen.

Zo ook deze dokter: tachtig jaar oud wou hij nog

denken over ons leven aan welks tegendraadsheid

menige heel geloofwaardige jonge toekomst

dreigend of met vleierij gehoorzaamheid vraagt,

maar zijn wens werd niet vervuld en hij sloot zijn ogen

na het zien van dat laatste beeld, ons allen gemeen,

van problemen als een familie bijeen,

afgunstig en in verwarring bij onze dood.

Want tot op het laatst waren om hem heen degenen

die hij bestudeerd had, de nachtelijke fauna,

en schimmen die nog stonden te wachten tot

ze de lichtkring van zijn inzicht in mochten gaan,

In Memory of Sigmund Freud
(d. Sept. 1939)

When there are so many we shall have to mourn,

when grief has been made so public, and exposed

to the critique of a whole epoch

the frailty of our conscience and anguish.

of whom shall we speak? For every day they die

among us, those who were doing us some good,

who knew it was never enough but

hoped to improve a little by living.

Such was this doctor: still at eighty he wished

to think of our life from whose unruliness

so many plausible young futures

with threats or flattery ask obedience,

but his wish was denied him: he closed his eyes

upon that last picture, common to us all,

of problems like relatives gathered

puzzled and jealous about our dying.

For about him till the very end were still

those he had studied, the fauna of the night,

and shades that still waited to enter

the bright circle of his recognition

[pagina 130]

[p. 130]

[Nederlands]

gingen teleurgesteld elders op zoek terwijl hem

het vruchtgebruik van zijn leven ontnomen werd om

tot de aarde weer te keren in Londen,

een belangrijke jood die in ballingschap stierf.

Alleen de Haat was blij toe, hoopte nu zijn praktijk

flink uit te breiden, zijn armetierig soort klanten

die denken te genezen door te doden,

waarna de as wordt uitgestrooid over de tuin.

Zij leven nog, maar hij heeft hun wereld veranderd,

gewoon doordat hij zonder valse spijt terugkeek;

hij deed niet anders dan zich herinneren

als oude mensen, als kinderen eerlijk zijn.

Hij was helemaal niet briljant: hij vroeg alleen maar

het ongelukkig Heden, als op poëzieles,

het Verleden op te zeggen totdat het

een keer zou haperen bij de regel waar ooit

het beschuldigen was begonnen, lang geleden,

om opeens te beseffen wie rechter was geweest,

hoe rijk het leven geweest was en hoe dwaas,

om door het leven vergeven, nederiger

in staat te zijn als vriend de Toekomst te naderen

zonder een hele kleerkast excuses en zonder

een star rechtschapenheidsmasker of een

nogal gênant en al te gemeenzaam gebaar.

[Engels]

turned elsewhere with their disappointment as he

was taken away from his life interest

to go back to the earth in London,

an important Jew who died in exile.

Only Hate was happy, hoping to augment

his practice now, and his dingy clientele

who think they can be cured by killing

and covering the gardens with ashes.

They are still alive, but in a world he changed

simply by looking back with no false regrets:

all he did was to remember

like the old and be honest like children.

He wasn't clever at all: he merely told

the unhappy Present to recite the Past

like a poetry lesson till sooner

or later it faltered at the line where

long: ago the accusations had begun.

and suddenly knew by whom it had been judged,

how rich life had been and how silly.

and was life-forgiven and more humble.

able to approach the Future as a friend

without a wardrobe of excuses, without

a set mask of rectitude or an

embarrassing over-familiar gesture.

[pagina 131]

[p. 131]

[Nederlands]

Geen wonder dat de oude culturen van hoogmoed

in zijn methoden van ontregeling de val van

vorsten hebben voorzien, de ineenstorting

van hun winstgevende frustratiesystemen:

Als hij zou slagen zou het Veralgemeende

Leven onmogelijk worden, de monoliet

van de Staat zou breken, de medewerking

van wrekers zou dan niet langer verzekerd zijn.

Natuurlijk riepen ze God aan, maar hij ging zijn weg,

daalde af onder verdoemden, als Dante, tot in

de stinkende greppel waarin gekrenkten

het smerig leven van verworpenen leiden,

en hij toonde ons kwaad, niet zoals wij het zagen,

daden die dienden bestraft, maar hoe klein ons geloof,

hoe vals onze zucht tot verloochening was,

en de fysieke lusten van de verdrukker.

Als een restje van de autocratische pose

de vaderlijke gestrengheid, door hem gewantrouwd,

nog aan zijn uitingen en zijn trekken kleefde,

dan was dat een schutkleur, aangenomen door iemand

die zo lang onder vijanden had moeten leven:

al was hij ook vaak abuis en bij tijden absurd,

voor ons is hij niet langer een persoon, hij

is een heel klimaat van opinie geworden

[Engels]

No wonder the ancient cultures of conceit

in his technique of unsettlement foresaw

the fall of princes. the collapse of

their lucrative patterns of frustration:

if he succeeded, why, the Generalised Life

would become impossible, the monolith

of State be broken and prevented

the co-operation of avengers.

Of course they called on God, but he went his way

down among the lost people like Dante, down

to the stinking fosse where the injured

lead the ugly life of the rejected,

and showed us what evil is, not, as we thought,

deeds that must be punished, but our lack of faith,

our dishonest mood of denial,

the concupiscence of the oppressor.

If some traces of the autocratie pose,

the paternal strictness he distrusted, still

clung to his utterance and features,

it was a protective coloration

for one who'd lived among enemies so long:

if often he was wrong and, at times, absurd,

to us he is no more a person

now but a whole climate of opinion

[pagina 132]

[p. 132]

[Nederlands]

en daarin leiden wij ieder ons eigen bestaan:

hij kan alleen helpen of hinderen, als het weer,

de trotsen kunnen trots blijven ook al blijkt

het lastiger, de tiran probeert er met hem

nog iets van te maken, maar heeft niet veel met hem op:

stil omgeeft hij elke habitus van onze groei

en breidt uit, totdat de vermoeiden zelfs in

het afgelegenste ellendige vorstendom

in hun botten verandering voelen, weer moed vatten,

totdat het kind, in zijn kleine Staat ongelukkig,

een haardstee waar vrijheid is uitgebannen,

een korf waarvan de honing vrees is en zorgen,

zich kalmer voelt, zich opeens een uitweg ziet vinden,

terwijl in 't gras van onze verwaarlozing rustend

zovele lange tijd vergeten dingen,

weer zichtbaar in zijn niet te beschamen lichtschijn,

ons worden geretourneerd, weer waardevol worden;

spel dat, leek ons, niet meer mocht toen wij ouder werden,

geluidjes waar wij niet om durfden lachen,

gezichten die wij trokken wanneer niemand keek.

Maar hij wenst ons meer toe dan dat. Dikwijls is vrij zijn

eenzaam zijn. Hij wilde de ongelijke delen,

de brokstukken van ons goedwillende gevoel

van rechtvaardigheid verenigen, hij wilde

[Engels]

under whom we conduct our different lives:

Like weather he can only hinder or help,

the proud can still be proud but find it

a little harder, the tyrant tries to

make do with him but doesn't care for him much:

he quietly surrounds all our habits of growth

and extends, till the tired in even

the remotest miserable duchy

have felt the change in their bones and are cheered,

till the child, unlucky in his little State,

some hearth where freedom is excluded,

a hive whose honey is fear and worry,

feels calmer now and somehow assured of escape,

while, as they He in the grass of our neglect,

so many long-forgotten objects

revealed by his undiscouraged shining

are returned to us and made precious again:

games we had thought we must drop as we grew up.

little noises we dared not laugh at,

faces we made when no one was looking.

But he wishes us more than this. To be free

is often to be lonely. He would unite

the unequal moieties fractured

by our own well-meaning sense of justice.

[pagina 133]

[p. 133]

[Nederlands]

aan het grootste de geestkracht hergeven, de wil die

het kleinste eigen is, maar alleen kan gebruiken

voor dorre discussies, aan de zoon weer de

gevoelsrijkdom geven die de moeder bezat:

maar hij wou bovenal dat wij weer zouden leren

enthousiast te zijn over de nacht, niet alleen om

de verwondering die geen ander dan zij

kan geven, maar tevens omdat zij liefde van

ons nodig heeft. Haar heerlijke schepselen kijken

met droevige grote ogen op, woordloos smekend

of wij ze willen vragen ons te volgen:

ze zijn ballingen, verlangend naar de toekomst

die ligt in onze macht, ook zij zouden blij zijn als

hun was vergund de verlichting te dienen, als hij,

zelfs ons ‘Judas!’ te dulden, zoals ook hij

en allen die haar dienen dat moeten dulden.

Eén stem van de rede verstomde. Boven zijn graf

rouwt het huishouden van Aandrift om een dierbaar vriend:

droevig is Eros, de bouwer van steden,

in tranen onregeerbare Afrodite.

[Engels]

would restore to the larger the wit and will

the smaller possesses but can only use

for arid disputes, would give back to

the son the mother's richness of feeling:

but he would have us remember most of all

to be enthusiastic over the night,

not only for the sense of wonder

it alone has to offer, but also

because it needs our love. With large sad eyes

its delectable creatures look up and beg

us dumbly to ask them to follow:

they are exiles who long for the future

that lies in our power, they too would rejoice

if allowed to serve enlightenment like him,

even to bear our cry of ‘Judas’,

as he did and all must bear who serve it.

One rational voice is dumb. Over his grave

the household of Impulse mourns one dearly loved:

sad is Eros, builder of cities,

and weeping anarchie Aphrodite.

November 1939

[pagina 134]

[p. 134]

Het model

Meestal is handlezen, net als een handschrift, en ook gezichten lezen

Een soort vertaalwerk, want er is menig verleider geweest

Die een heer leek te wezen,

Dat fronsende schoolmeisje snakt misschien wel naar

Een invitatie; maar

't Fysiek van deze oude dame geeft een scherp beeld van haar geest.

Ook zonder Rorschach of Binet ziet zelfs een dwaas aan haar

Dat het goed met haar gaat, dat ze leeft;

Want als je tachtig jaar

En ook al is het nog zo'n beetje hebberig bent,

Ben je zwaar patiënt,

Iemand aan wie één dag van wanhoop al meteen de doodklap geeft:

Of de stad ooit schuimwijn dronk uit haar schoentjes of dat

Ze gouvernante was, goed aangeschreven

In christelijke kring, of ze een man heeft gehad

Die haar verwende, of een zoon die niet meer leeft,

Dat is nu alles één. Zij heeft

Wat er ook is gebeurd overleefd; ze wérd; ze heeft vergeven.

Dus de schilder kan doen wat hij wil, haar een Engels park geven,

Rijstvelden in China, of een afbraakpand,

Een lichte of donkere lucht, dat is om het even,

Groen pluche als achtergrond of een rode baksteenmuur.

Zij geeft de dingen eenheid en duur,

Door haar zie je hun wezenlijke, menselijke kant.

The Model

Generally, reading palms or handwriting or faces

Is a job of translation, since the kind

Gentleman often is

A seducer, the frowning schoolgirl may

Be dying to be asked to stay;

But the body of this old lady exactly indicates her mind;

Rorschach or Binet could not add to what a fooi can see

From the plain fact that she is alive and well;

For when one is eighty

Even a teeny-weeny bit of greed

Makes one very ill indeed,

And a touch of despair is instantaneously fatal:

Whether the town once drank bubbly out of her shoes or whether

She was a governess with a gooi name

In Church circles, if her Husband spolled her

or if she lost her son,

Is by this time all one.

She survived whatever happened; she forgave; she became.

So the painter may please himself; give her an English park,

Rice-fields in China, or a slum tenement;

Make the sky light or dark;

Put green plush behind her or a red brick wall.

She will compose them all,

Centring the eye on their essential human element.

1942

[pagina 135]

[p. 135]

Een gezond oord

Fijne lui zijn 't - je zou er niet over peinzen om ooit

Een contract van ze na te lopen met een

Loep, of je brieven weg te sluiten - ook

Lief en doelmatig - wat je hebben wil krijg je.

Wat is er dan mis als je, tussen ze levend,

Steeds maar getroffen wordt door het groot aantal

Gelukkige huwelijken en ongelukkige mensen.

Ze missen geen lezing over Problemen Van Na De Oorlog,

Want raken doet het ze, hun hulpvaardigheid staat buiten kijf; toch,

Als in hun ochtendbladen de aarde zich aan hen voordoet,

Wat maken ze dan van haar verschrikking en dwaasheid,

Zij die nooit - zoiets weet je - een spontaan verlangen

Hebben gevoeld om de kat te martelen of in het openbaar

Naakt te gaan lopen? Hadden ze ooit, zo vraagje je af,

Zo dolgraag een eenhoorn gezien, al was 't maar

Een dooie? Mogelijk. Maar dat houden ze voor zich,

Stilzwijgend eensgezind doof voor ons hongeren

Naar eeuwig leven, dat bestraft stout kind van een vraag

Dat soms uit de hoek mag, op barbecuefeestjes of bij

Een academisch lustrum, en waarvoor alleen

Het schuine verhaal, ironisch genoeg, een goed woord doet.

A Healthy Spot

They're nice-one would never dream of going over

Any contract of theirs with a magnifying

Glass, or of locking up one's letters-also

Kind and efficient-one gets what one asks for.

Just what is wrong, then, that, living among them,

One is constantly struck by the number of

Happy marriages and unhappy people?

They attend all the lectures on Post-War Problems.

For they do mind, they honestly want to help: yet.

As they notice the earth in their morning papers,

What sense do they make of its folly and horror

Who have never, one is convinced, feit a sudden

Desire to torture the cat or do a strip-tease

In a public place? Have they ever, one wonders,

Wanted so much to see a unicorn, even

A dead one? Probably. But they won't say so.

Ignoring by tacit consent our hunger

For eternal life, that caged rebuked question

Occasionally let out at clambakes or

College reunions, and which the smoking-room story

Alone, ironically enough, stands up for.

1944

[pagina 136]

[p. 136]

De val van Rome
(Voor Cyril Connolly)

Golven die op dammen bonken;

Regen op een kaal terrein

Geselt een verlaten trein;

Boeven vullen bergspelonken.

Baljurken worden steeds frivoler;

Speurders van de fiscus gaan

Fel achter ontduikers aan

Door provinciestadriolen.

Steelse riten vol magie

Doen de tempelho*ren slapen;

Literaten houden knapen

Erop na, in fantasie.

Cato's breken cerebrotoon

Voor de oude tucht een lans;

Stramme mariniers nochtans

Muiten om rantsoen en loon.

Caesars bed biedt ruim vertier,

Maar een nederige klerk

Schrijft IK HOUD NIET VAN MIJN WERK

Op een roze formulier.

Onvermogend onmeelevend

Begluren roodvlerkvogeltjes

Op gestipte eiertjes

Elke stad, van griep vergeven.

Ver, ver daarvandaan gaan grote

Rendierkudden erop los

Over kilometers mos,

Stil, op uiterst rappe poten.

The Fall of Rome
(for Cyril Connolly)

The piers are pummelled by the waves

In a lonely field the rain

Lashes an abandoned train:

Outlaws fill the mountain caves.

Fantastic grow the evening gowns;

Agents of the Fisc pursue

Absconding tax-defaulters through

The sewers of provincial towns.

Private rites of magie send

The temple prostitutes to sleep;

All the literati keep

An imaginary friend.

Cerebrotonic Cato may

Extol the Ancient Disciplines.

But the muscle-bound Marines

Mutiny for food and pay.

Caesars double-bed is warm

As an unimportant clerk

Writes I DO NOT LIKE MY WORK

On a pink official form.

Unendowed with wealth or pity,

Little birds with scarlet legs.

Sitting on their speckled eggs,

Eye each flu-infected city.

Altogether elsewhere, vast

Herds of reindeer move across

Miles and miles of golden moss,

Silently and very fast.

1947

[pagina 137]

[p. 137]

In Schrafft

Haar maal gedaan met de Dagschotel Speciaal

En nu aan de koffie toe, zat ze

Te roeren in haar kop,

Een wat vormeloos soort vrouw,

Qua leeftijd moeilijk te schatten,

Met een heel gewoon hoedje op.

Toen ze opkeek zag je meteen aan haar

Dat onze furieuze planeet,

Onze mondiale afgrond

Van zonde en zwaar materieel

En stervenden bij de vleet

Voor haar gewoon niet bestond.

Welke hemel het was van de zeven

Die zo'n glimlach bracht op haar gezicht,

Zag je niet, maar je werd je bewust

Dat een god, welke god ook, voor wie het

Goed knielen ís, haar had bezocht,

In háár tempel had uitgerust.

In Schrafft's

Having finished the Blue-plate Special

And reached the coffee stage.

Stirring her cup she sat.

A somewhat shapeless figure

Of indeterminate age

In an undistinguished hat.

When she lifted her eyes it was plain

That our globular furore.

Our international rout

Of sin and apparatus

And dying men galore.

Was not being bothered about.

Which of the seven heavens

Was responsible her smile

Wouldn't be sure but attested

That, whoever it was. a god

Worth kneeling-to for a while

Had tabernacled and rested.

July 1947

[pagina 138]

[p. 138]

Uit: Marginalia

Een dood man

die nooit een ander heeft doen sterven

krijgt zelden een standbeeld.

*

De laatste koning

van een gevallen dynastie

heeft zelden een goede pers.

*

Weinigen willen zelfs maar

de verloren annalen kunnen lezen

van een neergeknuppeld volk.

*

Het devies van de tiran:

Al Wat Mogelijk Is

Is Noodzakelijk

*

Kleine tirannen, door grote bedreigd,

geloven heilig

dat ze houden van Vrijheid.

*

Geen tiran is ooit bang

voor zijn geologen of technici.

*

[Engels]

A dead man

who never caused others to die

seldom rates a statue.

* * *

The last king

of a fallen dynasty

is seldom well spoken of.

* * *

Few even wish they could read

the lost annals

of a cudgeled people.

* * *

The tyrant's device:

Whatever Is Possible

Is Necessary.

* * *

Small tyrants, threatened by big

sincerely believe

they love Liberty.

* * *

No tyrant ever fears

his geologists or his engineers.

[pagina 139]

[p. 139]

[Nederlands]

Tirannen worden nog wel eens vermoord,

maar hun beulen gaan doorgaans

dood in hun bed.

*

Patriotten? Jongetjes

bezeten van Grootheid,

Grote Pik, Groot Geld, Grote Knallen.

*

In Staten die niet in staat zijn

om Nood te lenigen

krijgt Onvrede de strop.

*

In halfalfabetische landen

maken demagogen

tieners het hof.

*

Wanneer het Staatshoofd

graag doorwerkt 's avonds

is het oppassen voor de burger.

*

De hand ter verwelkoming uitgestoken:

Kijk! Voor u

heb ik mijn vuist ontbald.

[Engels]

* * *

Tyrants may get slain,

but their hangmen usually

die in their beds.

* * *

Patriots? Little boys,

obsessed by Bigness.

Big Pricks, Big Money, Big Bangs

* * *

In States unable

to alleviate Distress,

Discontent is hanged.

* * *

In semi-literate countries

demagogues pay

court to teen-agers.

* * *

When Chiefs of State

prefer to work at night.

let the citizens beware.

* * *

The palm extended in welcome:

Look! for you

I have unclenched my fist

1965-1968

[pagina 140]

[p. 140]

Een nieuwjaarsgroet

(Na lezing van een artikel van Mary J. Marples in Scientific American, januari 1969)
voor Vasily Yanowski

Deze dag die traditie bestemt

voor het opmaken van de balans,

geldt mijn groet jullie allen, Gisten,

Bacteriën, Virussen,

Aeroben en Anaeroben:

Een heel gelukkig nieuw jaar

Voor elk voor wie mijn epidermis

Is als Middenaarde voor mij.

Aan schepsels van jullie formaat

bied ik vrijheid van vestiging,

dus strijk maar neer in de zone

die 't beste bevalt, in de poelen

van poriën, het tropisch woud

van mijn oksels en kruis, de woestijnen

van mijn onderarmen, of in het

koele bos van mijn schedel.

Koloniseer maar: ik zorg voor

warmte en vochtigheidsgraad,

vereiste lipiden en sebum,

maar beding wel dat jullie me nooit

irriteren met je bestaan,

dat je je gedraagt als van gasten

mag worden verwacht, niet te hoop loopt

tot acne, voetschimmel of steenpuist.

A New Year Greeting

After an article by Mary J. Marples in Scientific American, January, 1969 (for Vassily Yanowsky)

On this day tradition allots

to taking stock of our lives,

my greetings to all of you, Yeasts,

Bacteria, Viruses,

Aerobics and Anaerobics:

A Very Happy New Year

to all for whom my ectoderm

is as Middle-Earth to me.

For creatures your size I offer

a free choice of habitat,

so settle yourselves in the zone

that suits you best, in the pools

of my pores or the tropical

forests of arm-pit and crotch,

in the deserts of my fore-arms,

or the cool woods of my scalp.

Build colonies: I will supply

adequate warmth and moisture.

the sebum and lipids you need.

on condition you never

do me annoy with your presence.

but behave as good guests should.

not rioting into acne

or athlete's-foot or a boil.

[pagina 141]

[p. 141]

[Nederlands]

Heeft mijn innerlijk weer invloed

op het oppervlak waar jullie leven?

Verandert er iets, onvoorspelbaar,

als mijn innerlijk kwik diep omlaag duikt

van mooi weer: mentaal alles pluis

en gedachten die er toe doen,

naar lelijk weer: er gebeurt niets

en er belt niemand op en het regent.

Ik zou graag willen geloven dat ik

geen onmogelijke wereld ben,

maar een Eden zal het niet zijn:

mijn spel en mijn handelen

kan daarginds wel tot rampen leiden.

Als jullie godsdienstig zijn,

hoe rechtvaardigen dan jullie drama's

het lijden dat niet is verdiend?

Wat voor mythen heeft jullie clerus

ter verklaring van de orkanen

die woeden, twee maal per etmaal,

wanneer ik me aan- of uitkleed,

wanneer ondanks vlotten van hoornstof

hele steden weggevaagd worden,

in de ruimte vergaan - van de zondvloed

die dodelijk schroeit als ik douche?

Maar vroeger of later breekt er

een Apocalyptische dag aan,

mijn omhulsel, opeens, is te koud

en ook te ranzig voor jullie,

wel genietbaar voor vretend gedierte

van een grimmiger soort; dan ben ik

beroofd van excuses en nimbus,

een Verleden, goed voor het Oordeel.

[Engels]

Does my inner weather affect

the surfaces where you live?

Do unpredictable changes

record my rocketing plunge

from fairs when the mind is in tift

and relevant thoughts occur

to fouls when nothing will happen

and no one calls and it rains.

I should like to think that I make

a not impossible world,

but an Eden it cannot be:

my games, my purposive acts,

may turn to catastrophes there.

If you were religious folk,

how would your dramas justify

unmerited suffering?

By what myths would your priests account

for the hurricanes that come

twice every twenty-four hours,

each time I dress or undress,

when, clinging to keratin rafts,

whole cities are swept away

to perish in space, or the Flood

that scalds to death when I bathe?

Then, sooner or later, will dawn

A Day of Apocalypse,

when my mantle suddenly turns

too cold, too rancid, for you,

appetising to predators

of a fiercer sort, and I

am stripped of excuse and nimbus,

a Past, subject to Judgement.

May 1969

voetnoot*
Marko Fondse vertaalde ‘As I Walked Out One Evening’ en ‘A Healthy Spot’; W. Hogendoorn ‘Musée des Beaux Arts’ en ‘Fall of Rome’; de overige vertalingen zijn van mij; er is wederzijds overleg geweest bij het vertalen, maar van collectief vertalen kan niet gesproken worden. (PV)
voetnoot*
Andere edities geven and i.p.v. het eerste of.
Gedichten W.H. Auden (Vertaling Marko Fondse, W. Hogendoorn en Peter Verstegen), De Tweede Ronde. Jaargang 3 - DBNL (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Nicola Considine CPA

Last Updated:

Views: 6042

Rating: 4.9 / 5 (69 voted)

Reviews: 92% of readers found this page helpful

Author information

Name: Nicola Considine CPA

Birthday: 1993-02-26

Address: 3809 Clinton Inlet, East Aleisha, UT 46318-2392

Phone: +2681424145499

Job: Government Technician

Hobby: Calligraphy, Lego building, Worldbuilding, Shooting, Bird watching, Shopping, Cooking

Introduction: My name is Nicola Considine CPA, I am a determined, witty, powerful, brainy, open, smiling, proud person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.